Genderinclusieve aanspreekvorm

<< terug naar het overzicht

Aangezien ik zelf een genderinclusieve aanspreekvorm hanteer, word ik regelmatig gevraagd: hoe werkt dat nou? Alhoewel taal constant aan het ontwikkelen is, ontwikkeld de basis-grammatica van taal toch echt minder snel. Zoiets duurt heel lang, voordat het echt helemaal is ingeburgerd. Maar, er moet ergens worden begonnen, dus ik ben super blij met het feit dat jij dit interessant vindt en de tijd neemt om het te lezen. En nog blijer als jij wilt gaan oefenen om het je eigen te maken!

Genderinclusieve voornaamwoorden

In het binaire genderstelsel zijn er de voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zij’. In het Nederlands, net als in vele andere talen, hebben we geen andere aanspreekvormen. Hoe lossen we dat op voor hen die geen ‘hij’ of ‘zij’ zijn, of: als we iemands gender niet weten? In mei 2016 kwam de uitslag online van een ‘verkiezing’ voor een genderinclusief voornaamwoord uitgevoerd door Transgender Netwerk Nederland (TNN). Waar het Engels het oude genderinclusieve they/them singular uit de kast heeft gehaald, had het Nederlands geen oude genderinclusieve versie waarmee we naar onbekenden kunnen refereren. Vandaar een uitgebreide inventarisatie door TNN voor ideeën, met daarna een stemming welk idee het beste is. Uit deze verkiezing is hen/hun (enkelvoud) gekomen.

Waarom?

Als we het over alternatieve voornaamwoorden hebben, gaat het meestal over transgender personen. Dit is dan ook inderdaad één van de redenen dat we bezig zijn met genderinclusieve voornaamwoorden, zodat we ook deze personen leren aan te spreken op een manier die hun bestaansrecht valideert. Een tweede reden is dat het eigenlijk heel vreemd is dat er geen genderinclusieve voornaamwoorden zijn om mensen mee aan te duiden die we niet kennen. We gebruiken dan meestal de mannelijke vorm. Is dat niet vreemd? Blijkbaar is de mannelijke vorm onbewust alomvattend, of beter?

Deze mannelijke vorm als norm doet ons denken aan de dubbele moraal rondom kleding: er is een algemeen heersende conclusie dat een vrouw in een broek als krachtig wordt gezien, terwijl een man in een jurk soft (en vreemd) zou zijn. Zie maar eens het krachtige statement van Billy Porter (bekend van POSE):

Dat taal een enorme invloed heeft op hoe we denken, blijkt ook uit recentelijk onderzoek in Zweden. Amerikaanse onderzoekers hebben daar onder enkele duizenden Zweden een onderzoek gedaan naar genderinclusief taalgebruik, waaruit bleek dat dit niet alleen effect heeft op het taalgebruik maar ook op hun mening over de politiek en de samenleving.

De mannelijke vorm als norm is best vreemd, het kan erg onhandig zijn, en het heeft aantoonbaar effect op onze meningsvorming. En bovendien, wat doet het er eigenlijk toe? Waarom kunnen we niet over mensen in een neutrale manier spreken, die meteen ook nog eens inclusief is? Als je iemand niet kent en wel over degene praat, is dat toch heel handig?

De genderinclusieve voornaamwoorden zijn nog niet geïntegreerd in de Nederlandse taal. Het zal veel oefening en bereidwilligheid kosten om het te integreren. Dan zal het ergens moeten beginnen. Dus, begint het ook bij jou? Er volgt hierna een uitleg, en enkele oefeningen (je kunt verder oefenen op www.genderexpert.nl!), om je handvaten te geven ermee te beginnen.

Genderinclusief in het Nederlands

Hoe werkt dat nou, die genderinclusieve voornaamwoorden gebruiken? Eén ding is zeker: hoe meer mensen hen/hun (& die/diens) enkelvoud begrijpen en kunnen toepassen, hoe sneller het een algemeen gebruik wordt.

Hoewel taal constant aan het ontwikkelen is, ontwikkelt de basisgrammatica van taal zich minder snel. Zoiets duurt heel lang, voordat het echt helemaal is ingeburgerd. Het kan ook best ingewikkeld zijn in het begin, maar hopelijk schrikt dat je niet af. Door het gebruik van hen/hun/die/diens kunnen we eindelijk over iedereen praten zonder altijd maar te moeten vissen naar iemands gender, of altijd in de mannelijke vorm te moeten praten! Of jij hen/hun of die/diens gebruikt, is aan jou, en aan de persoon over wie je het hebt.

Voornaamwoorden in de Nederlandse Taal

Eerst even een stukje uitleg, ter herinnering, over voornaamwoorden. Hieronder vind je de voornaamwoorden die we officieel in het Nederlands gebruiken. Eerst zie je de persoonlijk voornaamwoorden in de verschillende vormen, en daarna de bezittelijk voornaamwoorden.

PersoonOnderwerpsvormNiet-onderwerpsvormBezittelijk voornaamwoord
Volle vormGereduceerdVolle vormGereduceerdNiet-zelfstandigZelfstandig
eerste enkelvoudik‘kmijmemijn, m’nmijne
tweede enkelvoudjij, ujejou, ujejouw, je, uwjouwe, uwe
derde enkelvoudhij, zijie, die, ze, het, ‘them, haar‘m, ‘r, d’r, ze, het, ‘tzijn, z’n, haar, d’rzijne, hare
eerste meervoudwijweonsons, onzeonze
tweede meervoudjullie, ujejullie, ujejullie, je, uwdie/dat van jullie, uw
derde meervoudzijzehen, hunzehunhunne

Zo zeg je bijvoorbeeld:

Ik ga naar de supermarkt
Ga jij met mij mee?
Komt hij ook naar het feestje?
We gaan samen met hem praten.

Het enige wat vervangen wordt door hun (of diens), bij het gebruik van hen/hun (of die/diens), is het bezittelijk voornaamwoord. Al het andere wordt vervangen door hen. Hoe herken je het persoonlijk voornaamwoord? Als volgt:

Vraag je dat aan ons?
Zullen we samen naar ons huis gaan?

Vraagt Eelste dat aan Rosa en Marie?
Zullen Rosa en Marie samen naar ons huis gaan?

In het 2e geval is ons een bezittelijk voornaamwoord. Je kunt het bezittelijk voornaamwoord ook herkennen door te vragen ‘van wie’? Het bezittelijk voornaamwoord geeft namelijk altijd een bezit aan, een relatie tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie (bezittelijk).

Uitleg hen/hun, die/diens

Hij/zij gaat naar de supermarkt. Hen gaat naar de supermarkt.
Komt hij ook naar het feestje? Komt die ook naar het feestje?
Is dat zijn/haar fiets? Is dat diens fiets?
We gaan samen met hem praten.We gaan samen met hen praten.

Wacht even, hoe?

PersoonOnderwerpsvormNiet-onderwerpsvorm
Volle vormVolle vorm
derde enkelvoudhij, zij, hen, diehem, haar, hun, diens

Met hen en die kun je dus hij en zij vervangen: het onderwerp van de zin. Met hun en diens kun je de niet-onderwerpsvorm van hem/haar vervangen. Naast hen/hun bestaat er al het gebruik van die en diens, en uiteraard kan ook de naam van de persoon worden gebruikt.

Neem bijvoorbeeld dit stukje uit het verhaaltje ‘Verliefd’ (Nicole Martens, januari 2018):

Neem bijvoorbeeld dit stukje uit het verhaaltje ‘Verliefd‘ (Nicole Martens, januari 2018):


Op school ziet ze Mirte en even schrikt ze. Maar Mirte weet natuurlijk niet wat zij gedroomd heeft, het was niet echt tenslotte! Mirte is vrolijk als altijd en kletst tegen haar over het weekend en wat ze allemaal gedaan heeft. Ze heeft niet eens door dat Marit nauwelijks reageert. Marit zit nog steeds met haar hoofd bij haar droom. Dan ziet ze Stan lopen. Haar hart maakt een sprongetje. Wat is hij toch leuk! Maar Stan lijkt alleen maar oog te hebben voor Mirte en ziet haar niet eens staan. Wat is het toch lastig om verliefd te zijn. Zeker als de ander overduidelijk niet verliefd op jou is! Denkt Marit.

Nu ga ik alle genderspecifieke persoonsvormen vervangen door genderinclusieve versies:


Op school ziet hen Mirte en even schrikt Marit. Maar Mirte weet natuurlijk niet wat hen gedroomd heeft, het was niet echt tenslotte! Mirte is vrolijk als altijd en kletst tegen hun over het weekend en wat hen allemaal gedaan heeft. Hen heeft niet eens door dat Marit nauwelijks reageert. Marit zit nog steeds met hun hoofd bij diens droom. Dan ziet Marit Stan lopen. Hun hart maakt een sprongetje. Wat is hen toch leuk! Maar die lijkt alleen maar oog te hebben voor Mirte en ziet hun niet eens staan. Wat is het toch lastig om verliefd te zijn. Zeker als de ander overduidelijk niet verliefd op jou is! Denkt Marit.

Zoals je ziet is hier en daar het persoonlijk voornaamwoord vervangen door de naam van degene waar het over gaat. Het gebruik van hij/zij vereist dat je goed oplet over wie het gaat, en dus moeten we door gebruik van slechts 1 categorie (in plaats van 2 waarbij in het voorbeeld ‘hij’ duidelijk naar ‘Stan’ verwijst) goed opletten dat het helder blijft over wie we het hebben.

Oefenen

Het oefenen met hen/hun en die/diens, oftewel het niet gebruiken van de hij/zij vormen, is een enorme prikkeling voor je brein. Of misschien beter omschreven: een breinbreker. Probeer het maar eens uit, en praat over iedereen in een inclusieve vorm. Het is echt heel lastig, en het doet je beseffen hoezeer wij gefocust zijn op iemands gender/sekse! Stof die aanzet tot nadenken…

TIP
Wanneer je je bewust bent van een foutje in de voornaamwoorden, ga je vooral niet (uitgebreid) verexcuseren. Dit kan erg frustrerend voor de ontvanger zijn, want jij bent waarschijnlijk niet de enige die dit doet. Verbeter jezelf en praat gewoon door.

Multiple Choice

Omcirkel het juiste antwoord. Onthoudt: persoonlijke voornaamwoorden worden hen/die en bezittelijk voornaamwoorden worden hun/diens. Tip: is het een ‘van wie’ voornaamwoord? Dan is het een bezittelijk voornaamwoord!

1. Vandaag gaat …… beginnen met werken.
hen/die hun/diens

 2. Kun jij …… straks even een rondleiding geven?
hen/die    hun/diens

3. Ik ga samen met …… straks een blokje om.
hen/die  hun/diens

4. Zullen we samen …… helpen met zoeken?
hen/die  hun/diens

5. …… heeft een nieuwe fiets gekregen.
hen/die  hun/diens

Goed of fout?

6.  Laten we voor hen een liedje zingen!
goed fout

7. Hen houdt van gitaarmuziek. 
goed fout

8. Die drinkbeker is van hen.
goed fout

9. Ik heb begrepen dat die wel groene vingers heeft.
goed  fout

10. Diens moeder is de officier van justitie, wist je dat?
goed fout

Vul in

11. Zullen we bij ……… thuis een spelletje gaan spelen?

12. Dan kunnen we meteen ……… zwembad uitproberen.

13. Volgens mij is die rugzak van ……….

14. ……… is meer van de jazz dan van de popmuziek.

15. Ik ga nu naar de bus en ……… gaat met de fiets naar huis.

8 gedachten over “Genderinclusieve aanspreekvorm”

  1. Ongetwijfeld zullen veel mensen dit onzin vinden. Het zij zo. Zelf vind ik het geweldig: er niet alleen over kunnen lezen, maar het ook meteen kunnen oefenen. Ik ga op zoek naar méér van zulke oefeningen, want hoe graag je ook zo wil kunnen spreken ( en liever nog: aangesproken worden), het zal ‘n kwestie van véél oefenen zijn voor het je spontaan uit de mond rolt.
    Zouden er trouwens al boeken ( fictie) bestaan waarin deze genderinclusieve taal voorkomt?

    1. Dag Amar!
      Ik denk er zo over: de mensen die het onzin vinden, die hoeven niet op deze website te kijken. En ik ben er blij mee dat jij het wel hebt kunnen vinden, en er zo blij mee bent. Het is zeker een kwestie van veel oefenen, ik ga mijn best doen om meer oefeningen online te zetten! Kun je hier nog meer oefenen…
      Of er al (fictie)boeken bestaan met genderinclusieve taal, heb ik eigenlijk geen idee van. Ik ben ze nog niet tegen gekomen, maar mocht het wel bestaan, dan krijg ik graag de titels doorgestuurd!

  2. Dit is echt precies waar ik naar op zoek was, dankjewel voor deze duidelijke uitleg en het toevoegen van oefeningetjes! In het Engels ben ik snel gewend geraakt aan het standaard gebruiken van they/them, maar in het Nederlands kon ik maar geen goed equivalent vinden. Het voelt helaas erg onwennig, goed oefenen dus! Ik hoop dat ik de dag mee mag maken dat inclusieve aanspreekvormen algemeen gebruikt worden in het Nederlands 🙂

    Ik was trouwens nog benieuwd waar die/diens vandaan is gekomen, omdat je noemde dat hen/hun “officieel” verkozen was. En is een van de twee gangbaarder dan de andere?

    1. Dag Maria,
      Die/diens bestaat al in de Nederlandse taal, waardoor mensen dit makkelijker vinden om te gebruiken. Hen/hun wordt weinig gebruikt. In mijn omgeving merk ik dat mensen het te lastig achtten om te oefenen hiermee…

  3. Dank je wel voor dit artikel en de voorbeelden. Ik ben taaltrainer en wil nieuwe Nederlanders ook de genderinclusieve vormen leren. Ik heb veel gezocht en gelezen en ik vind jouw artikel het duidelijkst. Nog even een laatste check: hen/die wordt ook voor de objectvorm gebruikt, nietwaar? We gaan naar de bioscoop met hen/die. Begrijp ik hem zo goed?

    1. Dag Gabi,
      Goed te horen dat dit artikel het duidelijkste is!
      Ik moet dit nog updaten in de tekst, maar ik moet zeggen dat hen/hun weinig gebruikt wordt, en die/diens het meest populair is op dit moment. Ook omdat dit al in de taal deels bestaat, en daardoor makkelijker wordt gebruikt dan hen/hun enkelvoud.
      Je hebt het inderdaad goed begrepen mbt de objectform, al zou ik in jouw voorbeeldzin geen ‘die’ neerzetten maar de voornaam van persoon. Taalkundig is die zin wat krom met ‘die’ aan het einde, dat gebruik je meer in geval van ‘Dat is diens fiets’ of ‘Die is even naar de supermarkt’, en in dit geval zou ik dus zeggen ‘We gaan naar de bioscoop met Eelste’.
      Helpt dat?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


            

            

                        
            
            
Registrations
No Registration form is selected.
(Click on the star on form card to select)
Please login to view this page.
Please login to view this page.
Please login to view this page.